Gon Begeleiding

Wat is GOn?

GOn is de afkorting voor geïntegreerd onderwijs. Het is een samenwerkingsvorm tussen het gewoon en het buitengewoon onderwijs.
Het Gon project is ontstaan als een proefproject in 1970. Rond 2000 kwam dan ook het ION-project. Dit is wel specifiek voor kinderen met een matige mentale handicap waarbij de klemtoon ligt op inclusie. Het doel van GOn is dus de integratie van de leerling met een beperking of handicap in het gewoon onderwijs te bevorderen.

Voor wie?

GOn is voor leerlingen met een handicap, leer- of opvoedingsbeperking. Zo kunnen deze leerlingen, met hulp vanuit de school voor buitengewoon onderwijs, tijdelijk, permanent, gedeeltelijk of volledig in het gewoon onderwijs terecht. Permanente integratie is wanneer de leerling minstens van 1 oktober tot 30 juni de lessen in het gewoon onderwijs volgt. Bij tijdelijke integratie is dit niet het geval is. Bij gedeeltelijke integratie volgt de leerling minstens twee halve dagen per week les in het gewoon onderwijs. Volledige integratie is wanneer de leerling alle lessen en activiteiten in het gewoon onderwijs volgt.
Dit is mogelijk voor type 3,4,6,7 en 8 van het buitengewoon onderwijs. Voor type 8 is er enkel GOn-begeleiding in het lager onderwijs omdat deze leerlingen meestal naar het gewoon secundair onderwijs gaan. Het geïntegreerd onderwijs is georganiseerd op het niveau van kleuter, lager en secundair niveau. In het hoger onderwijs kunnen de leerlingen nog altijd GOn-begeleiding krijgen.

Door wie?

De vraag naar GOn-begeleiding kan komen van de ouder, de school, het CLB of een hulpverleningsdienst.
Er zijn natuurlijk een aantal voorwaarden om voor GOn in aanmerking te komen. De leerling moet over een ‘attest buitengewoon onderwijs’ beschikken en er moet ook een individueel ‘integratieplan’ worden opgesteld. Dit is een overeen komst of werkplan tussen de verschillende partijen nl: de leerling of zijn ouder, de school voor gewoon onderwijs, de school voor buitengewoon onderwijs en het CLB (zowel van de school van gewoon als buitengewoon onderwijs). Het integratieplan omschrijft de problematiek van de leerling, de hulpvraag van de verschillende partijen en de inhoud van de hulpverlening.

De GOn begeleid(st)er is iemand die verbonden is aan de school voor buitengewoon onderwijs. Hij/ zij komt één of twee uur per week met de leerling werken. Dit vindt plaats in de gastschool tijdens de lesuren. De ernst van de handicap bepaalt mee op hoeveel uren Gon-ondersteuning de leerling recht heeft.
Een kind of jongere met een handicap heeft het niet altijd gemakkelijk in het gewoon onderwijs. Het leren omgaan en het verwerken van het ‘anders’ zijn is en blijft een hele opgave. Ook een verborgen handicap zoals problemen met concentratie, geheugen, planning en werktempo kan voor heel wat moeilijkheden zorgen. Verder kunnen leerkrachten vragen hebben met betrekking tot de aanpak en de werkwijze. Ten slotte is het ook voor de ouders een hele opdracht om met hun kind met een handicap op weg te gaan in het gewoon onderwijs.
De begeleiding kan op verschillende niveaus gebeuren:

1. Leerlinggerichte ondersteuning:
Op onderwijskundig vlak wordt er met de leerling gewerkt rond probleemgebieden zoals tempo, zelfstandig werken, leren leren, leren organiseren en plannen, zoeken naar ondersteunende hulpmiddelen,…
Op sociaal-emotioneel vlak wordt aandacht besteed aan het anders zijn en de integratie in de ‘gewone omgeving’.

2. Schoolgerichte hulp:
Dit houdt in dat de GOn-begeleid(st)er uitleg en informatie geeft aan de leerkrachten, medeleerlingen over de handicap van de GOn-leerling. Er vindt ook regelmatig overleg plaats met de directie en leerkrachten. Men ondersteunt de leerling ook in de praktijklessen, helpt zoeken naar aangepaste stageplaatsen, zorgt voor inzet tijdens daguitstappen. De GOn begeleid(st)er ontwikkelt een visie over leerlingen met een handicap in het gewoon onderwijs.

3. Gezinsgericht hulp:
Hij/zij zoekt samen naar een mogelijke verderzetting van de aanpak in de thuissituatie. De projectbegeleid(st)er heeft gesprekken met de ouders over het schoolgebeuren en over de evolutie van het kind/de jongere. Men bespreekt de toekomstmogelijkheden en men maakt ouders en jongeren wegwijs in andere begeleidingsdiensten die nuttig kunnen zijn voor personen met een handicap.

Enkele bedenkingen
Van de gastschool wordt een bereidheid tot samenwerking verwacht en een positieve inzet voor de blijvende zoektocht naar de plaats van een leerling met een handicap in het gewoon onderwijs.
De ouders zijn een heel belangrijke partner in het GON-project. Het is dan ook van het grootste belang dat zij hierbij nauw betrokken worden.
Van de leerling tenslotte wordt verwacht dat hij/zij de nodige capaciteiten en vaardigheden bezit om school te lopen in het gewoon onderwijs. Bovendien wordt ook van de leerling zelf een bereidheid verondersteld om samen met de GON-begeleider een tijdje op weg te gaan.

Unless otherwise stated, the content of this page is licensed under Creative Commons Attribution-ShareAlike 3.0 License